|
Wet voortgezet onderwijs BES (2022)
Artikel 8.
Taal
Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het
Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal
worden gebezigd:
a. wanneer het onderwijs met betrekking tot die taal betreft,
b. wanneer het praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 31 betreft,
of
c. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het
onderwijs dan wel de herkomst van de leerlingen daartoe noodzaakt,
overeenkomstig een door het bevoegd gezag vastgestelde gedragscode.
De gedragscode wordt toegezonden aan de inspectie.
Artikel 10.
Bestrijding (taal)achterstand
1) Scholen dragen zorg voor een optimale aansluiting van
leerlingen met een moedertaal die niet overeenkomt met de op de
school gehanteerde instructietaal.
2) Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op
structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het
bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van
de Nederlandse taal.
Artikel 13.
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
1) Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs is het onderwijs dat
is ingericht ter voorbereiding op aansluitend wetenschappelijk
onderwijs en dat mede algemene vorming omvat. Voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs wordt gegeven aan scholen voor
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Deze worden onderscheiden
in gymnasia en athenea, elk met een cursusduur van zes jaren.
2) Aan de gymnasia wordt in elk geval onderwijs verzorgd in
Latijnse taal en cultuur en Griekse taal en cultuur.
Artikel 18.
Beroepsgerichte leerwegen en profielen vbo
5) Het gemeenschappelijk deel van elk profiel in de
beroepsgerichte leerwegen omvat Nederlandse taal, Engelse taal,
maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en ten minste één van de
vakken behorende tot de beeldende vorming, muziek, dans of drama.
6) Het profieldeel van de beroepsgerichte leerwegen omvat het
bij het betreffende profiel behorend profielvak en, wat betreft:
a. de profielen, genoemd in het derde lid, onderdelen a tot en met
e: wiskunde en natuur- en scheikunde I,
b. het profiel, genoemd in het derde lid, onderdeel f: biologie en,
ter keuze van de leerling, wiskunde, maatschappijkunde, geschiedenis
en staatsinrichting, of aardrijkskunde, met dien verstande dat het
bevoegd gezag beslist welke van de laatste drie vakken wordt of
worden aangeboden,
c. de profielen, genoemd in het derde lid, onderdelen g en h:
economie en, ter keuze van de leerling, wiskunde, Spaanse taal of
Franse taal,
8) Het bevoegd gezag beslist welke keuzetaal, genoemd in het
zesde lid, onderdeel c, en welke beroepsgerichte keuzevakken,
bedoeld in het zevende lid, onderdeel a, worden aangeboden. Het
bevoegd gezag kan tevens beslissen dat door het bevoegd gezag aan te
wijzen vakken en andere programma-onderdelen, bedoeld in het zevende
lid, onderdeel b, door alle leerlingen in het vrije deel moeten
worden gevolgd.
Artikel 39.
Vakken en andere programmaonderdelen periode van voorbereidend
hoger onderwijs: vwo
1) Het gemeenschappelijk deel van elk profiel in het atheneum
omvat:
a. Nederlandse taal en literatuur,
b. Engelse taal en literatuur,
c. een andere moderne vreemde taal en literatuur, bij algemene
maatregel van bestuur aan te wijzen, ter keuze van de leerling, voor
zover het bevoegd gezag deze vakken aanbiedt,
d. maatschappijleer,
e. culturele en kunstzinnige vorming, met dien verstande dat indien
Latijnse taal en cultuur of Griekse taal en cultuur, dan wel beide,
deel uitmaken van het profiel, de leerling is vrijgesteld van het
volgen van het vak culturele en kunstzinnige vorming, en
f. lichamelijke opvoeding.
2) Het gemeenschappelijk deel van elk profiel in het
gymnasium omvat:
a. Nederlandse taal en literatuur,
b. Engelse taal en literatuur,
c. Latijnse taal en cultuur of Griekse taal en cultuur, ter keuze
van de leerling uit deze beide door het bevoegd gezag aan te bieden
vakken,
d. maatschappijleer, en
e. lichamelijke opvoeding.
|
Loi sur l’enseignement secondaire de BES (2022)
Article 8
Langue
L’enseignement est donné en néerlandais et les examens se déroulent
dans cette langue.
Par dérogation à la disposition précédente, une autre langue peut être
employée :
a. lorsque qu'il s'agit d'un enseignement
lié à cette langue;
b. lorsqu’il s’agit d’une formation pratique visée à l’article 31;
ou
c. si la spécificité, la structure ou la qualité de
l'enseignement ou l'origine des élèves l'exigent, conformément à
un code de conduite prévu par l'autorité compétente. Le code de
conduite doit être transmis à l'Inspection.
Article 10
Lutte contre les handicaps linguistiques
1) Les écoles doivent assurer une liaison optimale des élèves
dont la
langue maternelle ne correspond pas à la langue d’enseignement
employée à l’école.
2) L’enseignement est organisé de telle sorte qu’une
attention structurelle et reconnaissable soit accordée à la lutte
contre les handicaps, en particulier dans la maîtrise de la langue
néerlandaise.
Article 13
Enseignement scientifique préparatoire
1) L’enseignement scientifique préparatoire est l’enseignement
qui est conçu pour la préparation à l’enseignement universitaire
ultérieur et qui comprend également l’enseignement général.
L'enseignement scientifique préparatoire est donné dans les écoles d'enseignement
pré-universitaire. Celles-ci sont distinctes en
gymnase et athénée, chacun avec une durée de cours de six ans.
2) Au gymnase, l’enseignement est offert dans la langue et
culture latines ainsi que dans la langue et la culture grecques.
Article 18
Parcours et profils d’apprentissage à orientation
professionnelle VBO
5) La partie commune de chaque profil dans les parcours
d’apprentissage professionnel comprend le néerlandais, l'anglais, l'éducation civique,
l'éducation physique et au moins un des
matières appartenant à l’éducation visuelle, à la musique, à la
danse ou au théâtre.
6) Le profil des parcours d’apprentissage
professionnel comprend la matière du profil appartenant au profil
associée et, en ce qui concerne:
a. Les profils mentionnés au troisième
paragraphe, parties a) à e:
mathématiques et physique et chimie I;
b. le profil mentionné au troisième
paragraphe, section f): biologie et, au
choix de la élève, mathématiques, études sociales, histoire et
politique, ou géographie, à condition que l’autorité compétente
décide lesquels des trois derniers sujets sont offerts;
c. les profils
mentionnés au troisième paragraphe, sous-sections g) et h):
économie et, éventuellement, de l’élève, mathématiques, langue
espagnole ou langue française,
8) L’autorité compétente décide de la langue
au choix visée
au sixième paragraphe, alinéa c), et quels stages professionnels visés au
sous-paragraphe a) du paragraphe 7 sont offerts. L'autorité
compétente peut également décider que les matières et autres
composantes du programme, visées au septième paragraphe, alinéa b),
à désigner par l'autorité compétente doivent être suivies par tous
les élèves de la matière facultative.
Article 39
Matières et autres composantes du programme de
l’enseignement supérieur préparatoire: VWO
1) La partie commune de chaque profil pour l’athénée comprend:
a. la langue et la littérature néerlandaises;
b.
la langue et littérature anglaises;
c. une autre langue et littérature étrangères modernes, par mesure
générale de l’administration au choix de l’élève, dans la mesure où
l’autorité compétente détermine ces matières sont offertes;
d. la sociologie;
e. l’éducation culturelle et artistique, à
la condition que si la
langue et la culture latines ou la langue et la culture grecques, ou
les deux, font partie du profil, l’élève est dispensé de suivre la
matière de l’éducation culturelle et artistique; et
f. l'éducation physique.
2) La partie commune de chaque profil
pour le gymnase
comprend:
a. la langue et la littérature néerlandaises;
b.
la langue et la littérature anglaises;
c. la langue et la culture latines ou
la langue et la culture grecques, au choix
de l’étudiant des deux matières à offrir par l’autorité compétente,
d. l’éducation civique;
e.
l'éducation physique.
|
